Stampende Wildebeests in Zambia

Lees het verhaal
Karin Saakstra
Lees het verhaal

Wildebeests onderweg

De instant-noedelsoep smaakt nog merkwaardiger dan het er uitziet. De schuimplastic beker, gevuld met witte sliertjes, aangevuld met een zakje knal-rode kruiden en precies drie gedroogde doperwten, is al nooit een culinaire droom. Maar heel soms, als het echt warm is, kan ik zoveel zoutigheid niet weerstaan en doe een greep in onze noodvoorraad. ‘Korean flavour’ staat er op het etiket. Dat had een belletje moeten laten rinkelen. Ergens in het uiterste westen van Zambia lijkt Koreaanse instantsoep, nota bene gekocht in een Arabische winkel, niet perse een recept voor een smakelijke maaltijd. Ed slaat ‘t over als hij mij wat mistroostig, met de bijgeleverde plastic stokjes, in de prut ziet prikken. Het rommelt in de verte. Onweer kan het niet zijn. De Afrikaanse schapenwolkjes zien er vandaag onschuldig uit. Het gerommel komt dichterbij en uit het niets zien we een groep gnoes tussen de struiken door, op ons af racen. Een dikke stofwolk verhult dat er een kudde van tientallen beesten op hol geslagen is.  Dat wordt een stampede genoemd.  En stampen doen ze zeker. Misschien zijn ze opgejaagd door een roofdier. Of geschrokken van een krakende tak. Tussen ons en de rennende muur van dieren hangt alleen een hangmat en naast ons staat de auto,  waardoor ze gelukkig op het laatste moment afbuigen. Het gaat ongelofelijk snel en voordat we het weten botsen de achterste gnoes op hun voorgangers omdat de eerste dieren niet langs het donkere toilethok verderop durven en weer omdraaien. Het is chaos. Stampende hoeven, botsende dieren, een apart luchtje en lawaaierig loeien. Allemaal vlak langs onze auto. En weg zijn ze weer. Met veel geroffel. Na een paar minuten rest er alleen nog die dikke stofwolk. En een beker vieze soep.


We kamperen in ‘Liuwa Plains’, een park in het verre westen van Zambia. De bestemming staat al lang op onze wensenlijst maar ligt meestal te ver uit onze route waardoor het er weer niet van komt. Ook dit jaar lijkt de regen roet in het water te gaan gooien. Het gebied ligt diep in het stroomgebied van de Zambezi en bij heftige regen stroomopwaarts komt de weg er naartoe dan geheel of gedeeltelijk onder water te staan.

South Luangwa Wildcamp


South Luangwa

Een paar weken eerder hebben we eerst Judith uitgezwaaid in Lusaka en later, als wij achterblijven in South Luangwa (in het oosten van Zambia), nemen we afscheid van Sven. Hij vliegt na 2 maanden ook weer terug naar Duitsland. De maan zien we dan al elke dag een beetje groeien en bij volle maan in November mag je er rekening mee houden dat de eerste regens zich aandienen. Nat worden is geen probleem maar de onverharde achteraf-weggetjes die we graag kiezen, worden blubberige cotton soil pistes. Glad, glibberig als snot en soms ook helemaal onbegaanbaar. Tegen die tijd willen we de vallei van de Luangwa rivier uit zijn.

Maar zover is het nog lang niet.  Vanaf Lusaka reizen we (dan nog) met twee auto’s over de Petauke-weg, een route die ons door kleine dorpen voert, via de ‘Chiefs Palace’, waar het dorpshoofd residentie houdt, naar de uitlopers van South Luangwa National Park. We hopen daar de kampeerplek terug te vinden die zicht geeft op een kolonie rode bijeneters. En op de zonsondergang over de Luangwa-rivier. Na het laatste dorp wordt de weg ruiger en slechter. Maar de omgeving des te mooier. Een waterbok en wat olifanten kruizen ons pad en giraffen kijken ons na. Het kost de nodige moeite maar aan het eind van de dag vinden we een pad dat ons vaag bekend voorkomt. Het lijkt wat minder overwoekerd. Niet veel later zien we een wolk rode vogels en een open plek met ruim zicht. We hebben onze overnachtingsplek gevonden. In een poging de knalrode vliegers mooi voor de lens te krijgen dwalen Sven en ik wat verder van de auto.  Geen goed plan. In dit zonnetje verbrand je levend,ook later op de dag. En er is geen zicht op wat er nog meer in de bosjes woont behalve die akelige Tszetsze-vliegen. Je zou toch denken dat we dat toch inmiddels moeten weten. We installeren ons, moe na een lange rijdag, tussen de auto’s om wat te eten en te proosten op weer een prachtige dag, als we vlakbij een Puku horen snuiven en stampen. Ook het wrattenzwijn en de andere antilopen staren en turen naar een plek zo’n 100 meter van de auto’s. Eigenlijk precies de plek waar wij met onze grote lenzen achter de vogels aanjoegen. Als het duister iets verder invalt zien we een mannetjesleeuw uit de schaduw komen, even later gevolgd door een dame. Zo zittend in je stoel zijn ze toch weer groter en angstaanjagender dan je je herinnerde. Onze plek is open genoeg om ze onze kant op te zien komen, maar niet zo open dat we ze goed kunnen volgen in het gras dat toch net wat hoger is dan wij zouden willen. ‘Shit’ horen we Sven brommen, gevolgd door het geluid van een inklappende stoel en een dichtvallende deur. Binnen de kortste keren zitten we in de auto. Tot de volgende ochtend. Met een brullende leeuw zo dichtbij wil je zelfs niet naar buiten voor een hoognodige sanitaire stop.

Niet iedereen vindt Wild Dogs leuk


Nsefu-sector

We verkennen de dagen erna een gebied dat Nsefu-sector heet. Maar niet nadat we eerst heerlijk lunchen bij het community- center in Mfuwe.  Ze doen daar goed werk maar hebben het lastig nu de toeristenstroom hier nog niet echt op gang gekomen is. Met de verdiensten wordt er o.a. voor de weeskinderen gezorgd zodat er onderdak, eten en scholing is. HIV blijft ook hier nog steeds een groot probleem. We zien geen zwerfkinderen of groepjes jonge jongens die je lastigvallen, zoals dat in ander populaire gebieden nog wel eens het geval is. Het lastig vallen van bezoekers is hier sowieso uit den boze. Dat merken we als er een paar jongetjes, op veel te grote slippers, lopen te klieren rond onze auto. Er wordt gelijk ingegrepen door een voorbijganger en uitgezocht waar deze kinderen vandaan komen. Ze blijken uit een dorp verderop te komen en na een paar dagen (als we stoppen om koffie en taart bij ze te eten) horen we dat er geen ouders gevonden zijn en de jongens van de straat naar de opvang zijn verhuisd.  Het klinkt waarschijnlijk idyllischer dan het is maar wij vinden in ieder geval mooi dat het dorp zelf aktie onderneemt. We zien dat ook nog wel eens anders.


Het valt moeilijk uit te leggen maar voor ons alle drie is er weinig mooier dan bij zonsopgang de auto te starten en op zoek te gaan naar iets bijzonders. Een kolonie kraanvogels, badderende olifanten met hun piep-kleine baby, een klauterend luipaard, koffie drinken tussen de zebra’s of ingesloten worden door de wilde honden. De sector, waar we ook kamperen, is groot maar niet zo uitgestrekt als South Luangwa dat aan de andere kant van de rivier ligt. Je hebt echt tijd nodig om de wegen een beetje te leren kennen zodat je een inschatting kunt maken waar je een kans zou kunnen hebben om dieren te zien. In deze kleinere sector gaat dat wat gemakkelijker dan in het grote park.  

Leeuwenliefde

Nadat we Sven na een ruime week uitgezwaaid hebben, verruilen we onze auto voor een vast bed bij Flat Dogs, een kleine en ontspannen lodge aan de rand van het park. Een fijne afwisseling om een paar dagen zonder slippers, op een lemen vloer naar de badkamer te lopen. Onze boeking stamt nog uit 2020, voordat we moesten annuleren vanwege de uitbraak van Corona. Omdat we al die tijd onze aanbetaling hadden laten staan, krijgen we een extra gastvrij onthaal en mogen we met Chris mee, de gids die gewoonlijk werkt voor de vaste gasten. Wat een traktatie om met iemand op stap te kunnen die zoveel liefde heeft voor het park en oog heeft voor de kleinste bijzonderheden. Wollige bolletjes blijken baby-leeuwtjes te zijn, in de bosjes wachtend op hun moeder. En we herkennen inmiddels de roep van de indrukwekkende Pel’s Fishing Owl, een nachtdier dat geduldig in het donker speurt naar voedsel. Hij leert ons allerlei geluiden te onderscheiden. Het zagende geluid van een luipaard klinkt een beetje als het gesnurk van impala’s als ze elkaar bevechten. En de hoge schreeuw van de apen duidt mogelijk op een roofdier in de buurt. Dan hebben we het nog niet over de vogels. Kleurig, snel en soms lawaaiig. Onze gids herkent hun stem van ver. Om ze te onderscheiden hebben we het dikke vogelboek. Het is nog hard werken want tijdens de volgende 'game-drive' worden we vaak door Chris overhoord.

Pel's Fishing Owl

We kunnen slecht afscheid nemen en rekken ons verblijf met nog een nachtje. Aan de bliksem in de verte zien we dat de regen zich echt langzaam aan begint te dienen. Als we de weinig gebruikte route via North Luangwa willen nemen, moeten we rekening houden met het weer. Na meer dan twee weken in de vallei pakken we ons boeltje bij elkaar en volgen de Luangwa rivier naar het noorden. We dralen nog even bij de leeuwen, die opgejaagd worden door een groep olifanten en doen nog een extra rondje bij de zwavelbronnen onderweg naar Luamba National Park. Dat is onze tussenstop zodat we de volgende dag alle tijd hebben om bij de oversteekplaats naar North Luangwa aan te komen.

Onderweg in North Luangwa


North Luangwa

Met onze vorige Troopy konden we de rivier alleen maar over met een wiebelig pontje.  Houten planken op een aantal oliedrums. Leuk voor de foto’s en ook wel spannend.  Dit keer staat het water zo laag dat we zonder problemen, tussen de krokodillen,  naar de overkant kunnen rijden.

Het park kon tot voor kort alleen gebruikt worden als doorgaande route. Onder toezicht van het Frankfurter Zoological Center worden hier nog een aantal zwarte neushoorns beschermd. Afgelopen jaar is er een nieuwe, korte de-tour geopend, weliswaar buiten het neushoorngebied maar wel door een ongerept, ruig en oorspronkelijk stuk bebossing. Het nieuw opengestelde gedeelte is nog nauwelijks bekend wat voor ons een spekje naar ons bekje is. “Meestal zie je niets”, zegt de ranger als hij onze permit uitschrijft.  “En soms heb je geluk”.  We beginnen met een grote groep rozige pelikanen die we niet zo vaak zien. Een paar honderd buffels schriken zich wild van ons (en wij van hen) en kruizen al rennend ons pad. We zien sabel-antilopen. Prachtig getekend met enorme horens. Zij rennen nog harder weg dan de buffels. En dan ontdekken we opeens ronde, gespitste oortjes die boven het gras uitsteken. En nog een paar en nog een paar. In de schaduw ligt een familie wilde honden te puffen in de warmte. Op en naast elkaar.  Zij gaan nergens heen. En wij ook niet. Ze stinken een uur in de wind dus mogelijk hebben ze niet lang geleden een antiloop verschalkt. We tellen 30 paar ogen die ons nieuwsgierig gadeslaan. We kunnen bijna niet geloven dat we deze bedreigde dierensoort alweer zien. Naar schatting leven er niet meer dan 7.000 exemplaren, verspreid over het hele continent. Op deze trip alleen al, treffen we zomaar vier grote families en eigenlijk kunnen we er nog steeds niet genoeg van krijgen. De wolken beginnen zich inmiddels samen te pakken. Op naar Lusaka

Pelikanen


Lukasa in Lusaka

Het is die avond volle maan en de eerste dikke plensbui barst los. De reis van 600 kilometer naar de hoofdstad neemt bijna twee dagen langs de akelige ‘Great North’.  Er is weinig ‘great’ aan deze weg. Diepe geulen in het wegdek, veel zwaar verkeer en lange wachttijden bij de vele politieposten.

In Lusaka zoeken we Lukasa op, een prettige kampeerplek bij de Nederlandse Geke en Harry. Als je wilt kun je in de avond aanschuiven en mee-eten met wat de pot schaft. En dat willen we. De was doen. Dat willen we wel maar in de regen lukt het drogen niet. Bijkletsen met bekende en onbekende overlanders. Dat willen we altijd wel. En ons dak repareren. De doorvoer van onze nieuwe zonnepanelen door het dak blijkt net niet lekker gedicht te zijn en dat zorgt voor een nat bed.

Het regent een paar dagen zoals het alleen in de tropen regenen kan. Het ene moment warm en zonnig om 5 minuten later bijna geen zicht te hebben vanwege de stortregen. De hoge fly-overs in de stad hebben veel weg van de Victoria watervallen. Ze worden afgesloten omdat het water zo hard over de wegen spoelt. We zijn weer blij met onze hoge wielbasis als we via knie-diepe plassen wat boodschappen proberen te doen in een van de vele winkelcentra. Inmiddels hebben we wel af en aan internet en ontdekken een aantal verontrustende afschrijvingen op onze bankrekening. Bij drie tankstations blijken onze pintransacties meerdere keren afgeschreven te zijn. De totale schade is bijna € 1.000. Omdat we dit soort  problemen nooit eerder hadden, zijn we misschien wat minder alert?  Of gewoon slordig? Ed vermoedt dat we het geld niet meer terug gaan zien maar zelf wil ik het niet zomaar opgeven. Na veel mailen en appen, ook met het hoofdkantoor van een van de oliemaatschappijen blijkt al snel dat het probleem bij de lokale bank ligt. Terugstorten op onze rekening blijkt een brug te ver. Jess, de manager van Flat Dogs, Harry, de eigenaar van Lukasa en Karien, de eigenaresse van de stalling van de auto van Sven en Judith in Livingstone, mogen het geld ophalen bij de respectievelijke benzinestations.  Zonder probleem. Het staat inmiddels weer op onze Nederlandse rekening. Hoe fijn is het om een beroep te mogen doen op zo’n netwerk.

Onderweg in West Zambia


Heel veel regen

Intussen zien we ons plan voor westelijk Zambia letterlijk verwateren. Er is veel water gevallen waardoor de doorsteek via Kafue National Park naar de oorsprong van de Zambezi, niet meer bereikbaar noch berijdbaar is.  We schuiven op een van de regenachtige maar heel gezellige avonden aan bij de lange eettafel van Geke en Harry waar we elke avond een bont gezelschap treffen. Charlotte en David zijn in hun grote Mercedes- truck onderweg naar Engeland en op zoek naar iemand die David van zijn kiespijn af kan helpen. Een van de andere kampeerders blijkt tandarts te zijn. Zij stelt al gauw de diagnose dat de pijnlijke kies als verloren beschouwd moet worden. Ter plekke trekken, met behulp van een zaklampje, hoort tot de mogelijkheden maar is niet het wijste plan dus de hoop is nu gevestigd op de lokale tandheelkundige kliniek. De Zwitserse Vreni en Erni stonden in hun mooie MAN- vrachtwagen al naast ons in Nairobi.  Bij zo’n weerzien zijn er altijd genoeg verhalen uit te wisselen. En we raken in gesprek met de Zuid Afrikaanse Brian en Rae . Zij maken een kortere rondtour  in hun Landrover Defender en in hen herkennen we de gastvrijheid van de mensen die uit ‘de Kaap’ komen; het gebied rondom Kaapstad. De volgende middag klopt Rae bij ons aan voor een praatje en om even gedag te zeggen. Tussen neus en lippen door nodigt ze ons uit om mee te gaan naar Liuwa Plains. Zij hebben al langer geleden meerdere campsites geboekt in het park. We hoeven ons alleen aan te melden bij het kantoortje bij de ingang. Onze plannen om de regen uit te rijden richting Namibië zijn heel snel aangepast en we volgen hen een dag later.

Vanuit Lusaka treffen we een verrassend fraaie weg. De hemel trekt weer open en er lijkt opeens geen wolkje meer aan de lucht.  We vervolgen onze route door een voor ons onbekende omgeving. Een uitgebreid bezoek aan Kafue National Park bewaren we vanwege de modder voor een volgende keer maar wat we zien op de transit-road smaakt zeker naar meer.  

Leeg Liuwa


Eindelijk Liuwa

Door de nattigheid is de bruinige stof uit de lucht verdwenen en de begroeiing onderweg fris groen. In combinatie met heldere, snelstromende rivieren geeft het een idyllisch beeld. Het is hier zo anders dan het hete en (in deze tijd) bestofte oostelijk deel van Zambia. Vooral het open stroomgebied in de buurt van Liuwa is een verrassing voor ons. Veel water, rieten huizen die op terpen gebouwd zijn en eindeloos ver uitzicht. Liuwa betekent ‘vlakte’. En die naam doet het gebied eer aan. De auto wordt op de pont overgezet naar het begin van het park waar een diepe, diepe zandweg op ons wacht onderweg naar het weidse zicht over de groene vlaktes die zich tot aan de horizon uitstrekken. Je ruikt de lente. De vlaktes zijn bezaaid met roze, witte en gele, voor ons onbekende, geurende bloemen. November is ook de tijd van de tweede grootste  trek van de tienduizenden Blue Wildebeests (of Gnoes), die met hun pasgeboren kalveren het spoor van verse gras volgen. In eerste instantie zien we niet zo heel veel dieren. Pas in de loop van de dag vult ons blikveld zich met steeds meer zwarte stipjes. Honderden migrerende dieren passeren. Niet alleen gnoes maar ook veel zebra’s. En in hun kielzog, de roofdieren. Vooral Hyena’s hebben zich hier gevestigd maar ook cheetah's en leeuwen zijn van de partij, wonderlijk lastig te vinden ondanks het weidse zicht. Liuwa is door de vele poeltjes een vogelparadijs. De imposante kraanvogels foerageren in grote getale en ook zien we voor het eerst de lel-kraanvogels, zo genoemd vanwege de twee witte lellen die onder hun keel hangen. Ze zijn groter, grijs wit met iets knalroods op hun wangen en veel zeldzamer dan hun kleurige soortgenoten.

Lente in Liuwa

Het park wordt inmiddels door African Parks beheerd waardoor de stroperij aan banden gelegd is en er kennelijk betere afspraken gemaakt zijn met de 10.000 mensen die in en het aan het park wonen. Zij leven van de visserij maar een stukje ‘bushmeat’ zal ook welkom zijn op het menu. Het blijft gek om iemand te zien vissen in het zelfde watertje waar ook een hyena verkoeling zoekt. Het zijn mooie dagen in de grote groene leegte, die zich gemakkelijk vullen. Vroeg op pad om samen met Brian en Rae de verre uithoeken van het park te verkennen. In de avond een vuurtje om de smakelijke, idioot grote Zambiaanse steaks te braaien.  Het is een plek waar we zeker terug willen komen. Aan het eind van de week zien we de grote onweerswolken weer hoog naar de hemel reiken. De opbouw gaat razendsnel. Tijd om de droogte in Namibië op te zoeken voordat we rond kerst weer naar huis vliegen. In de donkere dagen voor kerst naar huis was niet onze beste beslissing maar dat is weer een ander verhaal .

Toch nog een pontje


De Route


Lusaka (Pioneer Camp)
Petauke (Chimemwe Lodge campsite),
South Luangwa (Wild Camp), South Luangwa Nsefu Sector (Zikomo Camp), South Luangwa (Wildlife Camp), South Luangwa (Flat Dogs Lodge)
Luambe NP (Kamkonzo community Camp)
North Luangwa (Ituba Campsite)
North Luangwa NP (Samala Campsite)
Ndabala (Tembusha Forest Camp), Lusaka (Lukasa B&B and Campsite)
Kafue NP (Roy’s Camp)
Mongu (Liseli Lodge- parking lot)
Liuwa Plains NP (Makalabumbu Camp, Katoyana campsite, Lyangu campsite)
Sioma (Ngonye River Camp)

De Foto's


No items found.
Story tags:

More Stories from Archive