“The campsite is over there”. Met een dwingende blik wijst Ophious (we weten dan nog niet dat hij zo heet) ons naar een plek aan de andere kant van de dam verderop. We kennen die plek. Afgelopen jaren hebben we er vaak gekampeerd en talloze dieren aan ons voorbij zien trekken. Dit keer negeren we een ‘no entry’ bordje. We hebben immers een boeking bij de lodge. Als we voor Deteema Springs Lodge langsrijden, hebben we al het vage vermoeden dat we toch niet helemaal de goede weg genomen hebben. Het pad loopt vlak langs het gedeelte waar een aantal mensen van hun lunch genieten. Die zitten vast niet te wachten op de stofwolk waarin Harry gehuld is. En Ophious dus ook niet. Kennelijk zien we er in ons stoffige, verschoten auto en dito outfit niet uit als lodge bezoekers.
Eigenlijk vinden we het allebei wel grappig en we horen met belangstelling zijn hele verhaal aan. Hoe we precies moeten rijden, dat het daar ook mooi is en dat het niet de bedoeling is dat we voor de lodge langs rijden. Vriendelijk maar wel directief.
“ Owww, but in that case we have a surprise for you”. Hoe leuk is het om, een beetje leunend uit het autoraam, het spelletje mee te spelen. “We have a booking in your lodge”. Ophious geeft geen krimp. “So you are my guests?…….“. In that case you are very welcome”. De warme handdoekjes en een welkomstdrankje staan binnen de kortste keren voor ons klaar. Alsof de ontvangst altijd zo gaat hier. We plagen onze gids er graag mee, in de paar dagen dat we met hem optrekken.
De Caprivi-strip
Na de intensieve dagen in Khaudum kost het wat moeite om onze draai weer te vinden. We hebben er ook nog eens geen erg in hoe druk het kan zijn met groepen toeristen die onderweg zijn op de Caprivi-strip in te noorden van Namibië. Langs dat smalle stuk Namibisch grondgebied ligt Bwatba National Park. Het is een buffer tussen de landbouwgronden en de Okavango Delta. Het beheer heeft geen goede pers omdat er niet alleen dieren beschermd worden, maar er tegelijk ook grote stukken jachtgebied voor de ‘Trophy-hunters’ liggen. Voor ons niet altijd goed te begrijpen.
Het westelijke, beschermde gedeelte dat Mahango heet, kennen we niet. Het is een toegankelijk, rustig, makkelijk begaanbaar stuk park waar veel verschillende grazers en vogelsoorten op de vlaktes langs het water te vinden zijn. We zien ook sporen van een luipaard en leeuwen. En niet onverwacht, treffen we in deze droogte, grote families olifanten die het laatste stukje naar de rivier, hollend afleggen.
Een prettige kampeerplek om langer te blijven vinden we niet. Er is veel muziek in de buurt en de omgeving van Divundu blijkt ook een geliefde tussenstop te zijn voor lawaaiige groepsreizen. Wij verhuizen naar de oostkant van het uitgestrekte park, zo’n tweehonderd kilometer verderop. Daar liggen een paar kleinere concessies aan de uitlopers van de delta en in een ervan vinden we Nambwe camp na een tip van Sven. Onze plek onder de grote, bejaarde boom heeft een uitzicht waarin een doorlopende voorstelling wordt gegeven. Rijen olifanten in de verte, kleurige buitelende vogels, springende impala’s en twee waterbokken die vlak voor ons in een kletterend gevecht raken.
Bij ons avondrondje in het gebied zien we, weliswaar verder weg, twee grote leeuwen lopen. Ze blijken ongebruikelijke bezoekers te zijn. Mogelijk komen ze uit Mudumu, een park dat op behoorlijke afstand ligt en inmiddels min of meer is droog gevallen. Waarschijnlijk volgen deze grote leeuwen, dit keer niet tegengehouden door de brede uitloper van de delta, het spoor van buffels of zebra’s die op hun beurt weer op zoek zijn naar gras en water.
Deteema Springs pride
In Hwange zien we later ook dat een ambitieus jong mannetje zich buiten zijn territorium waagt en het aanlegt met een van de dames van de Deteema Springs pride. De vaste beschermers van deze leeuwenfamilie zijn al een tijd niet gezien. Mogelijk zijn ze op trektocht om hun omvangrijke gebied te markeren of verblijven ze bij een van hun andere gezinnen. Ze hebben in ieder geval de vrouwtjes en jongen onbeschermd achtergelaten. Maar liefst twintig stuks. De moeders in deze familie weten van wanten en laten zo’n nieuw jong en zwervend mannetje niet snel dichtbij komen. Maar kennelijk zijn de dames niet helemaal zeker van de plannen van deze indringer en is het de vraag of en wanneer hun vaste beschermers terug komen. Een van de vrouwtjes heeft de rol van grote verleidster op zich genomen en lokt op die manier de jonge nieuweling weg van de rest van de groep. Ze duikt in de late middag op bij de lodge. Met haar nieuwe vriend die nog wat verlegen lijkt. Ze zijn goed zichtbaar vanaf de tafel waar we de middagthee krijgen. Dat krijgt nog een staartje.
Luxe lodge en dieren tellen
Een paar maanden geleden krijg ik een berichtje van Machaba Safari’s, eigenaar/ beheerder van een serie exclusievere lodges in Botswana en Zimbabwe, met de vraag of ik wat voor ze wil schrijven naar aanleiding van een paar van mijn reisverhalen die vorig jaar in Travel & Leisure Zimbabwe gepubliceerd zijn. In ruil mogen we drie nachten in Robins Camp gebruik maken van een chalet. Deze lodge ligt in het noorden van Hwange National Park waar we ook dit jaar weer mee willen doen met de jaarlijkse game count. We staan vaker bij Robin’s op de campsite dat een handige uitvalsbasis is om een bezoek aan het park mee te beginnen.
Als ik aan Wendy probeer uit te leggen dat wij net zo lief in onze auto op de campsite slapen, biedt ze aan om twee dagen Deteema Springs Lodge aan het aanbod tot te voegen. Dat is andere koek. Deze exclusieve lodge staat aan een natuurlijke bron waar vroeger een openbare picknicksite was. Inmiddels is deze bijzondere plek een concessie geworden waar je alleen met een lodge boeking toegang hebt. We hoeven niet lang na te denken en dezelfde dag ontvangen we de bevestiging voor verblijf in beide lodges, met alles erop en eraan, in de mailbox.
We doen dit jaar weer mee aan de game count in Hwange. Bij de inschrijving melden we dat we dit jaar met zijn tweeën zijn maar al snel geeft Sven aan dat hij aansluit. Wel zo gezellig. En handig. Vierentwintig uur tellen is iets makkelijker te verdelen met zijn drieën. Vooral in de nacht. De uitnodiging van Machaba kunnen we voorafgaand aan de gamecount inplannen zodat we dan drie dagen hebben om van het noorden van Hwange naar Ngweshla, het zuidelijkste camp te rijden. Onderweg treffen we Sven en langzamerhand ook de andere vier (Zimbabwaanse) stellen waarmee ook in eerdere jaren ons basiskamp voor de count deelden.
Eerst nog een paar dagen Botswana
Nadat we de Caprivi-strip verlaten, steken we de grens over naar Botswana. Bij Mwandi View kunnen we goed de foto’s downloaden, blog plaatsen en alle andere voorbereidingen treffen voor ongeveer drie weken ‘off-grid’. Geen verkeerde plek. De campsite is weliswaar wat saai maar de Australische eigenaar is dat zeker niet. Hij houdt van een stevige brandy/coke waarna hij steevast de oorlog aan de groentetuin van zijn vrouw verklaart. ‘Fuck the veggies!!’. Hij spendeert het water dat de tuin nodig heeft liever aan de waterplaatsen die hij aangelegd heeeft. Ze worden druk bezocht. Nijlpaarden komen vanuit hun stinkende modderpoel verderop om schoon water te drinken, olifanten nemen hun bad en in de nacht is de kans op een luipaard of leeuwen redelijk groot. Een gekke plek. Via Chobe National Park rijden we voor de boodschappen naar Kasane, dan de grens over naar Zimbabwe, nog even vlees kopen in Victoria Falls en we zijn er klaar voor.
Matetsi
De weg naar Hwange voert via de Matetsi conservancy. Tot nu toe reden we hier alleen langs maar dit keer willen we een nieuwe overnachtingsplek bij de Woodland Community proberen. Er staat een cryptisch bordje en zelfs onze Tracks4Africa navigatie geeft het op. Precies wat we leuk vinden. We jagen de kippen in een dorpje verschrikt de struiken in en vinden een pad langs een dam met nijlpaarden. Uiteindelijk komen we bij Ridge Camp, hoog op de rand van de heuvel. Weids uitzicht op de omgeving en onbelemmerd zicht op een grote waterbak ergens beneden. Verderop op het terrein wonen Steven en zijn vrouw. Ze bestuderen al meer dan veertig jaar giraffen. De exemplaren die we hier zien zijn bijna grijs/wit. Hoe dat komt is niet duidelijk en onderwerp van zijn huidige studie. We ontmoetten ze al eens eerder. Vorig jaar in Kazuma Pan.
Hij lijkt ons nog wel te herkennen (waarschijnlijk herkent hij alleen Harry) maar is snel afgeleid als er giraffen in het valleitje aan komen wandelen. Zijn oude landcruiser laat alleen een grote stofwolk achter als hij naar beneden racet om foto’s te maken.
Al vroeg in de ochtend krijgt de zon kracht zodat de waterpomp in het dal, via de zonnepanelen weer aanslaat en meer en meer dieren in beeld verschijnen. Grazers, wrattenzwijnen en olifanten. Er tussendoor rent een hyena een paar keer voorbij. Net na zonsopgang zijn we gewekt door een scharrelende honingdas. Zijn witte rug, grijs/rood van alle stof. Er staat verder niemand. Alleen de caretaker loopt af en toe langs. Hij zorgt elke dag voor een warme douche en ons kampvuurtje.
Robin’s camp
Het is bijna jammer dat we een afspraak hebben bij Robin’s camp. Ook al weten we dat daar, in de hitte, een koel zwembad op ons wacht. De weg er naartoe is niet helemaal goed te volgen op de navigatie en we passeren een paar mooie plekken die uitnodigen om nog een nachtje extra in het wild te blijven staan. Onthoudertje voor een volgende keer.
Robin’s Camp heeft een mooie, grote tuin, die overigens ook gebruikt mag worden door de kampeerders. Afgelopen jaar is de iets verder gelegen waterhole opgeknapt. De pomp doet het weer en op het kleine uitzichtpunt, in de schaduw van een van de vele oude bomen is het goed vertoeven. Met of zonder boek. We mogen dezelfde middag gelijk instappen in de safari-auto. Er zijn weinig andere bezoekers en we krijgen een privé-rit. Dat blijft de komende dagen zo. We kunnen ergens zo lang blijven staan als we willen. We gaan op zoek naar leeuwenwelpjes die zo klein zijn dat ze nog niet met de rest van de troep mee kunnen trekken. Ze liggen verstopt in een bosje tot hun moeder hen komt voeden. We zien ze scharrelen maar goed zichtbaar tevoorschijn komen ze niet.
Zo klein als deze baby’s, zien we ze niet meer, maar des te meer pubers en volwassen leeuwen. Volgens Sven hebben we dit jaar een leeuwenmagneet meegenomen. Het opvallende is dat we anders deze roofdieren ook wel treffen, maar dan in kleine aantallen. Dit keer zien we families van tien tot twintig leeuwen. Vlakbij Robin’s liggen twee riviertjes met de naam big Tom en little Tom, vernoemd naar een jager die hier zo’n honderd jaar geleden actief was. Daar treffen we de omvangrijke familie van de welpjes in het laatste avondlicht. We denken er drie te zien. Of vier. Of vijf. Langzaam komen er steeds een paar bij. Vijftien of zestien. Het zijn grote katten en toch merkten we ze in de schaduw van de struiken niet op. Totdat ze gaan bewegen. Hun beschermers/ vaders vinden we de volgende ochtend. Druk in de weer om voor meer gezinsuitbreiding te zorgen. Bij de zoutpan, 10 kilometer verder en waar we anders alleen vogels vinden, liggen nog meer familieleden. Ze buiken uit na een karig maaltje. De aangevreten olifantenbaby die ernaast ligt is heel klein en mogelijk bezweken aan gebrek aan voedsel.
Heel erg droog
De droogte is de ergste sinds veertig jaar en alhoewel we nog niet veel olifantenkarkassen zien, kan het niet anders dan dat deze omstandigheden hun tol gaan eisen. We zien al veel moeders die alleen, onbeschermd en afgesplitst van de kudde met hun kleintje rondlopen. Sommige zijn nog rose of hebben hun restant navelstreng nog niet verloren. Ze zijn zo klein dat ze de tepel van de moeder voor hun melk nauwelijks kunnen bereiken. Mogelijk dat ze prematuur zijn. Door de droogtestress te vroeg geboren. Deze baby’s kunnen doorgaans niet veel verder dan drie kilometer lopen vanaf het water. Met als gevolg dat de moeders inmiddels alles wat eetbaar is binnen die straal al verorberd hebben.
Er is wel water, alhoewel dat vanuit steeds diepere lagen in de aarde gehaald moet worden, maar er is regen van enige omvang nodig om het gras te laten groeien. De hitte zorgt voor opbouw van de wolken en hopelijk uiteindelijk voor regen. Helaas blaast een a-typische koude luchtstroom vanuit het zuiden een paar dagen kou in de lucht. Wel fijn voor ons, maar daarmee verwaait ook de hooggespannen verwachting op een dag met pittige buien.
Leeuwen bij de Lodge
Abbie, de manager van de Deteema Springs Lodge verrast ons met een safaritent die recht tegenover de natuurlijk bron ligt. Het is eigenlijk meer een piepklein ‘stroompje’ dan een bruisende bron. Voor de dieren is het verse vocht onweerstaanbaar. Zijn we bij bij de tent zijn, dan staan er beesten. Op elk willekeurig moment van de dag. Bavianen, olifanten, zebra’s, kudu’s. Ze lopen allemaal naar dat kleine beetje verse water. Uit het niets horen we in de middag een rare grom. De bel voor de middagthee gaat en onderweg van onze tent naar de tafel met ijsthee en gebak, zien we opeens de dappere leeuwin en haar schrikkerige, bijna verlegen nieuwe vriend. Vanaf de rotsen vlak voor de lodge bespieden ze ons een tijdje om daarna weer te verdwijnen. Fantastisch vinden we het. Leeuwen bij de ijsthee.
Ophious neemt ons voor de avondrit mee naar een dal met meerdere natuurlijke bronnen. Het pad erlangs is oud. Omdat de weg teruggevonden is op historische kaarten van het park, heeft hij toestemming van het parkmanagement om te onderzoeken of deze route opnieuw opengesteld kan worden en wij vinden het helemaal leuk om mee te gaan. Het is een ruig pad waarlangs resten van oude nederzettingen te vinden zijn. Mogelijk zijn de minuscule aardewerkschilfers die onze gids aanwijst eeuwenoud of zelfs ouder. De bronnen liggen verspreid over een aantal valleien waar hij het spoor mag ‘breken’. Hij volgt de oude weg en maakt met de auto een vernieuwd spoor. Er zijn recente afdrukken van een drinkende leeuw zichtbaar. Vertrapte struiken, stofhoopjes en poep wijzen op de aanwezigheid van bosvarkens en een aardvark. Dieren die we zelden of nooit zien. Nu ook niet trouwens maar het verwachtingsvolle zoeken is altijd spannend.
Leeuwen in de Lodge
Terug in de lodge staat een heerlijke braai op ons te wachten met een verassend smakelijk glas Zuid Afrikaanse wijn. Het after-dinner glaasje koude Amarulla krijgen we bij het vuur geserveerd. Ontspannen kletsen we wat na als opeens de olifanten beginnen te tetteren en schreeuwen. Ophious dirigeert ons met vaste hand naar de grote lounge/eetttent. In de gloed van het vuur en de verlichting langs het loungegedeelte zien we twee leeuwen in hoog tempo naderen. Het zijn de dame en haar ‘lover’ van eerder die middag. Aan het mannetje is niets schrikkerigs of verlegens meer. Met doelbewuste stappen loopt hij richting het kleine zwembad dat wel erg dicht bij is. Kennelijk een gebruikelijke overnachtingsplaats voor sommige leeuwinnen. Hij stopt daar echter niet maar springt de houten plankier op en staat binnen een paar stappen in de bibliotheek. Abbie, die nog bezig is met administratie in het kantoortje erachter, schrikt zich wild maar blijft stokstijf zitten. Wij staan intussen om het hoekje van de grote eettent te gluren, ons nauwelijks realiserend wat er allemaal gebeurt. Onze gids spreekt de leeuwen vermanend toe en laadt intussen voor de zekerheid zijn geweer om een waarschuwingsschot te kunnen lossen. De enorme dier ( in het donker lijken ze nog groter dan overdag) vindt kennelijk niets van zijn gading tussen de boeken en loopt terug naar een plek onder het zwembad. Grommend en brommend. Wij worden naar de auto begeleid die ons naar onze tent, 100 meter verder, zal brengen. Ik moet zeggen dat de gazen deur van onze tent tussen ons en de leeuwen niet perse een geruststellende gedachte is.
De volgende ochtend moeten we wachten tot het licht is, rond half zes..We zien niemand verschijnen om ons op te halen dus we gaan er maar vanuit dat het sein op veilig staat. Wel hoorden we eerder wat commotie rond onze parkeerplaats, maar die is wat verder weg. Al snel blijkt dat het verliefde stel zich tussen de auto’s heeft genesteld waar onze niets vermoedende sommelier op in gelopen is. Hij is ook degene die vroeg onze koffie maakt en terwijl hij van de schrik nog een beetje nahapt gebeurt er van alles. De twee leeuwen bedrijven lawaaierig de liefde ergens onder het plankier en aan de andere kant van de lodge komt de rest van de familie aanwandelen. Zich van geen kwaad bewust. De moeders ernstig rondkijkend en de pubers spelend en springend. Het is een prachtig gezicht in het stoffige oranje ochtendlicht. Ons ontbijt blijft onaangeroerd op ons wachten.
De dame die intussen onder de houten loopstraat haar partner bezighoudt, heeft inmiddels goed in de gaten dat de rest van de groep wel erg dicht in de buurt komt. Als het mannetje de jongere leeuwen zou opmerken kunnen de jongste leeuwtjes het wel schudden. Op een of andere manier vindt hij het vrouwtje dat hem vergezelt nog steeds veel interessanter en zij weet hem over te halen haar verder en verder te volgen. Weg van de lodge. De rest van de pride zet het op een lopen. De twee treffen we later weer bij een dam, een behoorlijk stuk verderop. De andere leeuwen zijn verdwenen en horen we ook niet meer. Wat een rauw avontuur zo tussen deze dieren. En dat je mag vertrouwen op een deur van muggengaas als bescherming blijft ook wel heel bijzonder.
Game count op Caterpillar
Tijdens de gamecount hebben we dat muggengaas niet. Je zit dan op je stoeltje, dicht tegen de auto te wachten op de dingen die komen gaan. Zoals een ijskoude wind in de nacht. Daar zit je dan. In donker Zimbabwe, met alleen wat licht van de volle maan. Met een dikke fleece broek, schoenen, warme sokken, dubbele dekens, muts, handschoenen en sterke koffie. Niets helpt om die ijskou de baas te worden. Zelfs niet het zagende geluid van een luipaard dat niet ver bij ons vandaan in de bosrand moet lopen. Ik mag de eerste ronde slapen. Van 21:00 to middernacht. Tegen die tijd is Sven bevroren en zoekt dekking in zijn slaapzak. Ed houdt het nog wat langer vol maar rond 02:00 is hij ook bijna versteend en ga ik voor de veiligheid in het gangpad van de auto zitten omdat in je eentje buiten in een stoeltje niet het beste plan is. Dat blijkt later.
Voor beide auto’s hebben we een fijne plek gevonden bij de grote zonnepanelen met rugdekking van een omgevallen boom. Er lopen geen recente dierenpaden en we hebben lange zichtlijnen naar alle kanten. Overdag staan we met de openingen achter naar elkaar voor wat schaduw van de opengeklapte deuren. Voor het donker parkeren we in een kleine V waardoor we iets minder zicht hebben maar wel wat beter beschermd zijn. Het eten heb ik gisteravond voorbereid. Ter plekke koken is uit den boze. Net als schijnwerpers. Er is van alles. Wraps met omelet en tomaat, koude beef fillet met couscous en stroganoffsaus, chocolade, chips. Koffie kunnen we binnen, in onze auto zetten en voor de gezelligheid maken we nog een flesje koude witte wijn soldaat. De gamecount blijft tenslotte iets bijzonders.
Vanaf 12:00 is het druk op Caterpillar, onze pan, die sinds een half jaar voorzien is van een set batterijen zodat er ook in de nacht gepompt kan worden. Olifanten, olifanten,olifanten. Rijen. Van alle kanten. Later komen er ook bavianen, zebra’s, Sable antilopen, kudu’s en andere hoefdieren. We denken dat een langsrijdende gids een grapje maakt als hij vertelt dat er een krokodil in het water woont. Totdat we vroeg in de ochtend een enorm exemplaar op de rand zien liggen. Hoe bijzonder ook, hij telt helaas niet mee. We mogen alleen zoogdieren noteren.
Er is soms wat verwarring omdat die olifanten niet netjes bij elkaar blijven lopen. Ik hoor de mannen met elkaar overleggen. “Hebben we die nou al gehad?” Het onderscheiden welke dieren geteld zijn (zeker als de zon onder is) is nog wel een uitdaging maar voor de rest loopt het soepel. Bij maanlicht buiten zitten blijft speciaal.
Ed kruipt net onder ons nieuwe donzen dekbed en Sven meldt zich, opgewarmd, weer op zijn stoeltje, als we opeens twee dieren zien rennen. Helemaal niet zo ver bij ons vandaan. Hyena’s die een olifantenkalfje opjagen. Dan verschijnen er ook rennende hyena s aan de andere kant van de auto en er is paniek onder de olifanten die vol in aanval gaan. Hollende hyeana’s om je heen is al behoorlijk spannend maar zo’n drieduizend kilo olifant haar kalf zien verdedigen is intimiderend. De roofdieren zijn uit op chaos zodat een kalfje de aansluiting met de moeder verliest en nu dat niet lijkt te lukken bij de olifanten , verleggen ze hun aandacht naar ons. Inmiddels is de groep gegroeid naar zes of zeven en ze komen akelig dichtbij. Sven staat klaar met zijn bijl, ik heb Ed wakker gemaakt en samen kijken we tussen de auto’s wat er nou eigenlijk allemaal gebeurt. Intussen moeten we ook blijven tellen. Nieuwe olifantenfamilies blijven binnen komen en andere vertrekken. Wat een chaos zo in het donker. Na verloop van tijd verdwijnen de hyena’s weer en horen we hun gezang steeds verder weg dwalen.
Een olifantenjong valt in het gedrang in de waterlijn en schreeuwt de boel bij elkaar. Moeder en tante weten het tij te keren en het lukt na een hoop gesteggel om de kleine weer op vier benen naast de geul te zetten. Ed kruipt opnieuw de warmte in. Sven en ik gaan aan de warme thee. We horen leeuwen verderop. De afstand is moeilijk te schatten maar heel ver weg zijn ze niet. Niet lang daarna horen we ze weer, nog steeds ver maar dichterbij dan net. Ze komen steeds dichterbij. Sven ziet opeens door zijn verrekijker een enorm dier verschijnen bij de modderpoel, minder dan honderd meter van de auto. De tweede arriveert niet lang erna.
Inmiddels heb ik Ed weer wakker gemaakt. Die weet in eerste instantie nauwelijks wat er gebeurt. Wij wel. De dieren bestuderen ons en onze auto’s voordat ze vlak langs ons doorlopen. Ze brullen maar door. We horen veel verder, nog meer leeuwen. De grote katten, die we zo vaak doezelend, ongegeneerd wijdbeens ergens, onschuldig onder een boom zien slapen lijken een transformatie te hebben ondergaan als ze in de nacht vlakbij je verschijnen. Zelfbewust, groot, intimiderend en koninklijk. Ze dulden geen tegenspraak. We zagen dat ook al in de Deteema Springs Lodge. Buiten tussen de dieren staan is toch wel wat anders dan ze vanuit de betrekkelijke veiligheid van je auto bekijken. Onze adrenaline zit hoog maar geen van ons had dit willen missen. Als rond 5 uur het eerste vage licht verschijnt en een uurtje later de zon een heel klein beetje warmte op ons afstuurt, ziet de wereld er weer heel anders uit. Vriendelijker, lijkt wel. Onvergelijkbaar met de nachtelijke uren. Zouden we dat avontuur met de hyena’s en de leeuwen gedroomd hebben?
Route
Namibië
Divundu (River Dance Lodge), Mahango NP (Rainbow River Lodge), Bwabwate NP East (Nambwe camp), Kongola (Mukolo Camp)
Botswana
Kavimba (Mwandi View Camp), Kasane (Kwalepe Lodge Camp)
Zimbabwe
Victoria Falls (N1 hotel campsite), Matetsi Safari Area ( Ridge Camp), Hwange NP ( Robin’s Camp (chalet), Deteema Springs Lodge, Sinamatella campsite, Silwane campsite, Ngweshla picnic site, Gwango campsite)