Ongemerkt krijgen de dagen in het noorden van Malawi een vast ritme. Bij zonsopgang koffie zetten om naar de vissers te kijken die in hun uitgeholde boomstammen terugkomen van het meer. Met dikke stokken plonsen ze in het water om nog de laatste vissen naar boven te lokken We zwaaien naar de jongen die de koeien van het dorp hoedt en zich elke ochtend weer een hoedje schrikt van de twee honden van André als ze fanatiek naar het hek rennen om de beesten op te jagen. Ontbijten in het ochtendzonnetje met broodjes die vers van de bakker lijken te komen maar in werkelijkheid in de vriezer van Floja op ons lagen te wachten. Samen met André een rondje koffie om de toestand in de wereld van commentaar te voorzien. En nog een en soms nog een. Wat rommelen rondom de auto, foto’s maken bij het schooltje , krant lezen, lopen met de honden, de was. Als de vissers in de late middag langzaamaan het grote meer op varen, is het tijd voor onze sundowners met vers gepelde, gezouten doppinda’s. En het is tijd om te koken en samen te eten. Laat wordt het zelden maar vertrouwd is het altijd. Als ik het zo opschrijf, klinkt het wel heel erg saai. Maar gek genoeg verveelt dat gekeutel helemaal niet en de dagen vliegen om.
Net voordat onze gastheer zich gemoedelijk af begint te vragen of we ooit nog vertrekken, bedenken we dat het inderdaad wel weer tijd wordt voor wat reuring elders. Er ligt een mooie, trage route langs Lake Malawi. Door vissersdorpjes en langs baaien die je laten geloven dat je aan de Indische oceaan staat. Met pijn in ons hart nemen we afscheid van André en zijn honden bij Floja en voelen ons zomaar een beetje ontheemd. In Mzuzu drinken we zeldzaam lekkere espresso bij een klein koffietentje in de stad, waar ook net een grote schaal geurige, pittige samosa’s op de toonbank wordt gezet. We zijn weer onderweg.
Langs het meer
Er is weinig verkeer maar het blijft oppassen met de stuurloze ossenkarren en de vele koeien, schapen en geiten waarmee we de weg delen. Zo’n grote koe willen we echt niet raken. Zeker niet sinds André vertelde dat we het dier, bij wijze van schadeloosstelling, geacht worden mee te nemen na de aanrijding.
De incidentele buien zien er spectaculair uit maar lijken niet echt door te zetten zodat we op alle afslagen naar het meer vooral stoffige wegen treffen in plaats van de diepe, glibberige modder waar we langzaamaan rekening mee dachten te moeten houden. Op heldere dagen zien we aan de overkant de groene heuvels van Tanzania. Op andere dagen kolkt het onweer intimiderend over het water, goed voor een prachtig schouwspel. En het lijkt net of het ergens brandt. Zwarte wolkflarden in de verte worden dikke wolken. Een merkwaardig gezicht zo op het water. Pas als we grote groepen zwaluwen zien duiken en over het water scheren, komen we er achter dat de donkere lucht bestaat uit miljoenen ‘lake flies’. De larven van deze vliegjes, die naar rottende vis stinken als ze zich kapot vliegen tegen de lampen aan de kust, vormen voedsel voor de vele vissen die het grote meer rijk is. De omvangrijke vissersvloten in de dorpen hebben echter het vissenbestand dusdanig uitgedund zodat er genoeg larven overblijven om te ontpoppen en tot vliegjes uit te groeien. Op hun beurt vallen zij de vissers weer lastig. Verhalen over mannen die in hun kleine bootjes stikken in de stinkende, kolkende, vliegende massa, zijn er legio.
Het blijft warm als we langzaam langs het 600 km lange meer afzakken. 40 graden of warmer is geen uitzondering. Meestal koelt het in de avond niet verder af dan 30 graden. De plekken waar we kamperen liggen vrijwel allemaal paradijselijk op of naast mooie uitgestrekte witte stranden. Vaak komt iemand van het dorp verderop even een praatje maken, nieuwsgierig naar waar je vandaan komt. Ik ruil wat van onze ongebruikte kleding voor houtsnijwerk of mango’s en het fruit gaat weer naar de kinderen in ruil voor het plastic dat ze op het strand verzamelen. Soort circulaire economie. Het gaat allemaal even gemoedelijk en we hebben tijd genoeg om bij elk nieuw dorp opnieuw een andere vissersvloot het water op te zien gaan. We komen er niet achter waarom in de ene vloot alleen open kano’s gebruikt worden en bij de volgende vooral bootjes met versleten zeilen. Verder naar het zuiden vinden we grotere vaartuigen met een buitenboordmotor. De kano’s liggen daar opgestapeld op het dek. Ik krijg er geen genoeg van en oefen naar hartenlust met mijn nieuwe camera bij tegenlicht, ochtendlicht, strijklicht, avondlicht en verzin-het-maar-licht.
Verder naar het zuiden
Uiteindelijk belanden we in het zuiden, in Cape McClear waar we Felix en Petrus treffen (we kampeerden al eerder samen in Lusaka en South Luangwa) om nog een paar dagen mee op te trekken. Je zou denken dat er op het strand niet veel anders te vinden zou zijn dan krabben of vis, maar in de avond treffen de sierlijke nachtaapjes elkaar boven onze wagens en de bewaker wijst ons, in een van de vele palmbomen, een Verraux Eagle Owl aan. Deze uilensoort is de grootste die in zuidelijk Afrika te vinden is en maar liefst 65 cm hoog. We kunnen zijn opvallende roze oogleden goed zien als hij ons van grote hoogte bestudeert. Kleine dieren zijn niet veilig voor deze rover. We ontdekken een jong katje tussen zijn klauwen waarvan hij af een toe een hapje neemt.
Het is inmiddels eind November. Vaste plannen hebben we alleen voor januari, als we naar de Botswaanse kant van Kgalagadi willen rijden voor nog een paar weken ‘Bush en wildlife’. Tot dan hebben we geen haast. We willen in ieder geval proberen de migratie van Zuid-Afrikanen te omzeilen wanneer deze vlak voor de kerstperiode op gang komt. Verder willen we nog een keer naar Liwonde, een park aan het water en naar het bosrijke Zomba plateau dat op grotere hoogte ligt zodat het er wat koeler zou kunnen zijn. We waren op beide plekken in 2019, destijds onderweg naar Oeganda, en hebben geen idee welke verandering in het landschap zich daar in de afgelopen jaren heeft voltrokken. Liwonde kennen we als een park met uitgestrekte vlaktes langs het water waar grote groepen grazers en roofdieren te vinden zijn. De vlaktes staan inmiddels blank en de idyllische palmeilandjes zijn onbereikbaar geworden. Het gevolg van het verhoogde waterpeil na de ingebruikname van een grote waterkrachtcentrale in de buurt. Ruim een derde van het park is inmiddels opgeslokt door het water. Het is even wennen, maar Liwonde blijft evengoed een prachtige plek met zijn hoge bomen en mooie doorkijkjes naar het meer. We treffen een deel van een gezonde leeuwenfamilie, veel olifanten en zelfs sporen van neushoorns zien die zich verstopt hebben in het bos.
Minder goed is het gesteld met de natuur bij Zomba plateau. Grootschalige ontbossing heeft enorme gaten geslagen in de uitgestrekte oude bossen en de gigantische woudreuzen lijken voorgoed verdwenen. Een verdrietige aanblik. We horen van de eigenaren van het Italiaanse restaurant beneden in het dorp, dat de mooie kampeerplaats iets hoger op de berg ook gesneuveld is. We kunnen wel bij hen op het terrein blijven staan. Als we ontdekken dat hun kleine eethuisje authentieke Italiaanse gnocchi met blauwe kaas en Napolitaanse pizza op de kaart heeft staan (en ook nog eens een paar heerlijke witte wijnen) hoeven we daar niet lang over na te denken.
De kerstdrukte vermijden
We puzzelen een route bij elkaar waarbij we proberen, om de aankomende kerstdrukte heen te rijden en uiteindelijk uit te komen in de afgelegen gebieden in Noord Namibie. Daar vinden we altijd wel een plekje om tijdens de drukke feestdagen te kamperen. Dat loopt een beetje anders. Onze Harry heeft na 10.000 km een service beurt nodig en ook twee nieuwe banden. De oude lopen heeeeel langzaam leeg en blijken poreus te worden. Daar is geen plakken meer tegenop gewassen. Het is geen probleem om daarmee nog mee rond te rijden. Een kwestie van af en toe oppompen met onze, zo handig ingebouwde, compressor. Met deze banden door ruige, stenige gebieden rijden is een minder goed idee. En daar zijn we nu net naar onderweg.
Vanuit Malawi rijden we via het prachtige berggebied in het westen, in een paar dagen naar Lukasa. Vooral in de vroege ochtend worden we omringd door veel bedrijvigheid langs de route. Stapels hout, houtskool, matten, huishoudelijke spulletjes en van alles te eten wordt meestal op de fiets en soms op de brommer naar een volgende plaats gereden. Dat drukke en kleurige gedoe, dat zo karakteristiek is voor het oostelijke deel van Afrika, gaan we straks in het zuiden weer missen.
We hebben het plan opgevat om via/via naar de garage in Kasane te rijden in het noorden van Botswana voor onderhoud aan Harry. Waarom zo ingewikkeld, zou je denken? Waarom niet alles in Zambia regelen? Eenvoudigweg omdat lang niet alles in Zambia beschikbaar is en niet zo makkelijk te regelen als in bijvoorbeeld Namibie, Botswana of Zuid Afrika. Ennnn, als detail, onze banden zijn in Zambia ongeveer twee keer zo duur als in de zuidelijke buurlanden.
Onverwachte detour
We tutteren nog wat bij Harry en Geke in Lusaka en proberen daarvandaan de garage in Botswana alvast te bereiken voor een afspraak. Die geven niet thuis. Maar we krijgen wel een berichtje van Peter (die we ook van eerdere reizen kennen) dat hij ‘in de buurt’ is en een paar dagen in de Okavango Delta zal kamperen. Een nieuw plan is snel gesmeed. We slaan Kasane over, gaan in plaats daarvan rechtsaf en vieren Ed zijn verjaardag dit keer niet in een mooi restaurant maar ergens in de buurt van Chobe National Park. Met een gegrilde springbok-filet als avondeten en in gezelschap van giraffen,olifanten, buffels en antilopen die in de avond hun dorst lessen bij een drinkplaats vlakbij onze auto. De wegen door de Delta zouden in deze tijd nat moeten zijn en vooral erg blubberig. Geen goed idee voor de volgende 400 km zou je denken. Dit keer is de regentijd ook hier laat en treffen we zand, stof en idioot veel dieren. Peter kent het gebied op zijn duimpje en laat ons een route zien die we nog niet kennen. In de ochtend mogen we met een Mkoro mee, een open kano, die door onze ‘schipper’ met een lange stok wordt voortgeduwd. Hoe hij achterop zo’n wiebelig geval stevig blijft staan is voor mij onbegrijpelijk. Handig als ik ben, is alleen het instappen al een uitdaging. Bij zonsopgang peddelen we tussen duizenden lelies , vinden een kunstig gebouwd nestje met eitjes van de Afrikaanse Jacana (die vogel die zo lichtvoetig van blad naar blad wandelt) en passeren een snuivend nijlpaard op ooghoogte die, net als de badderende olifanten, ons nauwelijks lijkt op te merken.
Ongeëvenaard Khwai
Het is heel erg rustig in het gebied waar we niet vaak meer komen omdat dit een populair gebied is voor touroperators. We treffen deze keer echter alleen Peter en kunnen op de prachtigste plekken aan de Khwai rivier picknicken en overnachten. Hyena’s langs de auto in de nacht, leeuwen om de hoek en we zien niet vaak zoveel verschillende antilopen, buffels, gnoes en olifanten op zo’n korte route. Onderweg grappen we dat we eigenlijk alleen nog de wilde honden of een luipaard missen. Voor de gevlekte wild dogs moeten we toch echt een andere keer terugkomen maar een luipaard laat zich opeens in volle glorie aan ons zien. Hangend op een dikke tak kijkt ze naar een giraffe iets verderop. En naar ons, als we haar opeens ontdekken. Ze is prachtig zoals ze ons met haar groene ogen intens bestudeert Al snel heeft ze er genoeg van en klimt elegant naar de hoge kruin van de boom. Het gemak waarmee het dier zich razendsnel beweegt en zich ook nog eens onzichtbaar verstopt tussen het blad van een uitlopende Baobab is de kers op deze onverwachte, bijzondere route.
We struinen nog een paar dagen door het gebied voordat we naar Maun rijden om een band te laten plakken die door een scherpe tak zo beschadigd is geraakt, dat oppompen niet meer helpt. Het wordt nu echt tijd om Harry te verzorgen met verse olie en nieuwe banden. Waar kan dat beter dan bij zijn vaste vertroetel station in Windhoek. Het is iets meer dan een dag rijden en we kunnen in de stad gelijk een aantal andere praktische zaken regelen voordat we naar de noordelijke leegte rijden. Het lege land moet tot de volgende keer wachten. In Windhoek wacht ons een onaangename verrassing. Kijken naar de vissers van Lake Malawi met dat eerste ‘bakkie’ verse koffie, lijkt alweer erg lang geleden.
De Route
Malawi
Ngara (Floja Foundation), Chinche (Sanga Mayo Camp), Ngala (Ngala Beach Lodge Camp), Nkhotakhota (Nkhotakhota Pottery campsite), Cape Maclear (Chemise Eagles Nest), Liwonde (Liwonde Safari Camp), Zomba Plateau (Casa Rosa Camp), Lilongwe (Barefoot Safari Camp)
Zambia
Luangwa River (Bridge Camp), Lusaka (Lukasa B&B and campsite), Kafue NP (Toy’s camp), Kalobolwela (Kabula Tiger Lodge)
Botswana
Kachikau (Thobolos Bush Lodge camp), Khwai River (Wild Camp, Kwai Safari Grounds Camp), Sankuyo (Mankwe Bush Lodge and Camp), Maun (Sitatunga), Ghanzi (Symponia Lodge & Camp)