Camperen in Europa

Lees het verhaal
Karin Saakstra
Lees het verhaal

Dat was echt niet grappig. We staan met een kokende motor langs de kant van een snikhete weg tussen Kgalagadi en Aus. Iets met de thermostaat. Een klein, goedkoop onderdeel dat niet standaard in onze eerste-hulp-bij-pech-voorraad zit. Een hulpvaardige truckchauffeur helpt ons op weg en de bedaarde en bebaarde  bush-mechanic in Aus denkt mee over een betere oplossing. Gelukkig kunnen in het dorp, naast het Bahnhofhotel kamperen.  Na een koud biertje en een dikke schnitzel op hun terras ziet de wereld er gelijk een stuk beter uit. We zitten net, als we onverwacht gezelschap krijgen van Bente en Hans waarmee ons pad regelmatig, zomaar ergens onverwacht, kruist. Extra gezellig
We  hebben nog een paar dagen voordat onze vlucht begin februari, terug naar Nederland gaat. Daar staat inmiddels onze nieuwe camper-bus te wachten. We zijn bijna 6 maanden onderweg en rijden een kleine week eerder terug naar Windhoek dan we in gedachten hebben. We kijken al uit naar ons gebruikelijke, warme onthaal bij Elisenheim. Daar heeft Christine bedacht dat we de rest van de week hun 40 jaar oude ‘familie-Landcruiser’ mogen gebruiken voor de ritjes naar de stad. Hoeven we niet elke keer onze Harry in- en uit te ruimen als we de auto klaar maken voor opslag. Dat is volgens haar namelijk gedoe. We luisteren braaf, want als er iets is dat wel heel grappig is, dan is het rijden in zo’n gedateerde auto. Met wiebelige billen vanwege de ouderwetse vering. Alsof we onderweg zijn naar Woodstock

Camping Molenzicht, inclusief ontbijt
Testen

Na een treurig en verregend voorjaar, lijkt de Nederlandse zomer net zo nat te worden. Op de weerkaart zien we gelukkig dat het zonnetje in Noord-Italië wat vaker schijnt. Een paar dagen na de oplevering van onze nieuwe camper-bus zetten we begin april de neus richting zuiden voor een uitgebreide test-rit. Maar niet voordat onze nieuwe aanwinst uitgebreid bewonderd wordt door onze vrienden, Ed en Mireille in Oudorp waar we de eerste nacht, onaangekondigd, op hun pad doorbrengen. Daar heb je immers vrienden voor. De plek is overigens een aanrader want het zicht op de molens voor hun deur en hun uitgebreide ontbijtservice, zijn voor herhaling vatbaar. We proberen daarna de camperplaats in het haventje van Doesburg. In de stromende regen. Kunnen we gelijk kijken hoe zo'n parkeerplaats werkt en asperges bij Ilke eten. Ook dat blijkt ondanks het slechte weer, een goede greep te zijn.
Hadden we vooraf geweten dat meer dan twee jaar op de bus hadden moeten wachten, hadden we daar zo  onze bedenkingen bij gehad. Maar, zoals dat gaat, zijn we het wachten allang vergeten als de wagen eenmaal klaar is. Onze stoere nieuwe, all-wheel camperbus (die voorlopig nog ‘de bus’ heet) vraagt eigenlijk om routes, weg van de gebaande paden. Die ideeën  schuiven we nog even voor ons uit. Eerst maar eens uitvinden alles werkt en hoe we onze weg vinden als beginnende camperaar in Europa.
Op een of andere manier lijken onze routes altijd via Maastricht te lopen. Er is weinig excuses nodig om nog even wat tijd door te brengen in deze fraaie, gastvrije stad. De vlaai van bakker Antoine Hermans wacht geduldig op ons. Bij de Marina, de jachthaven iets ten zuiden van het stadscentrum, krijgen we het laatste camperplekje met zicht op de Maas. Kennelijk zijn we niet de enigen die hier graag komen. We zijn niet eens verbaasd als we bij onze vertrouwde stek in Wijck, op het zonnige terras van Coffee Lovers, oud-collega’s van Ed tegenkomen die vanuit Maastricht (in dienst van KLM) nog steeds op de luchthaven van Luik werken.  Dat voelt of we niet weggeweest zijn.

Onderweg
Piedmonte

De start is wat traag maar uiteindelijk  belanden we in het Italiaanse Piedmonte, ten zuiden van Turijn. Het zonnetje verwent ons bij de eerste espresso, net over de Italiaanse grens, ergens aan de Lago di Maggiore. Alhoewel ik jaren geleden vaak in Turijn gewerkt heb, ben ik vergeten hoe prachtig het zicht is op de, dan nog, witte Alpen en haar majestueuze Mont Blanc. We proberen wat kampeerplekjes uit bij de Agriturismo’s, vaak wijnboeren met een lange geschiedenis aan wijn maken. In combinatie met de lokale ‘osteria’s’ waar in deze tijd kastanjes en paddestoelen op het menu staan krijgen we al snel het gevoel hier voorlopig niet meer weg te willen. De hutten in de nabij gelegen Alpen zijn nog niet open dus van wandelen komt niet veel. Wel is er genoeg mogelijkheid om te slenteren door oude stadjes en op de Italiaanse markten te snuffelen en te proeven. Heerlijk, al die soorten kaas en de passie waarmee, met handen en voeten, aan ons wordt uitgelegd dat de koeien en geiten ergens op een alpenwei aan de basis staan van veel producten. Rijping in de grotten geeft net dat extra, andere smaakje. Met kilo’s kaas en dozen wijn rijden we begin Mei terug naar huis, toch wel weer overvallen door de stromende regen en natte sneeuw die ons door Zwitserland koppig achtervolgen.

Wijn in Nierstein
En weer onderweg

De laatste klusjes aan de auto worden afgemaakt bij Campr, een jong en enthousiast bedrijf dat onze camperombouw verzorgde en papierwerk wordt afgerond met de RDW en verzekering. Voorzien van een bearlock, als extra verplichte beveiliging, laden we de bus in Juni in, met het idee dat we graag weer eens in de Dolomieten willen lopen. Het toeval wil dat daar het weer heel redelijk lijkt te zijn, dus een vaag plan is geboren. Dat klinkt meer ongepland dan het is, want in de komende  twee weken hebben we her en der nog wat afspraken.
We treffen boven verwachting mooi weer in Nierstein, ergens in Rijnland Pfalz, voor het jaarlijks wijnfestijn in deze streek. Met Sven, Judith en hun vrienden Anette en Alex, kamperen we op loopafstand van het wijnterrein waar de wijnhuizen uit deze streek hun producten in verschillende paviljoens presenteren. Met weids zicht op de goed gevulde Rijn. Bij de start neem je een glas in ontvangst en onderweg koop je de vulling. Alle wijnpaviljoens zijn tegen een steile helling aangeplakt (de Roter Hang) en tussendoor kunnen we ook nog van alles aan lokale eetbare specialiteiten proeven en bestellen. Boven op de heuvel staat de Riesling-lounge voor een laatste wijntje bij een lekkere zomerse beat. Warm en voldaan rollen we in de avond ‘de rode hang’ weer af om vervolgens nog een lelijk klimmetje te overbruggen naar onze slaapplek.

Wijn en water


Wel even een ander verhaal dan een maand geleden. Met Sven en Judith spreken we dan af in de Eifel. Precies de plek waar later die middag een serieus noodweer losbreekt en in het smalle dal blijft hangen.  Stuiterende hagel , knetterend onweer en heeeeel veel water.  Het vriendelijke stroompje wordt al gauw een woeste beek en het water stijgt als een razende. Wij verhuizen naar hoger gelegen grond maar niemand lijkt zich verder druk te maken over tempo waarin de waterstroom groeit. Ook niet de kampeerders met kleine kinderen in de tenten vlak langs het water. Tot het donker wordt en de eerste matrasjes gaan drijven. Chaos. Hollende mensen proberen doorweekte, wapperende tenten hals over kop af te breken of hun inboedel met de kruiwagen weg te krijgen. Campers iets verderop, komen niet meer zelfstandig weg en worden met een trekker uit de prut getrokken. De campingeigenaar weet eigenlijk niet goed wat er gebeuren moet en laat gezinnen ergens in een van de grote schuren bivakkeren. Het loopt gelukkig allemaal goed af maar bizar is het wel om zoveel mensen, gezellig bij een biertje, naar het snel wassende water te zien kijken zonder zich te realiseren dat het van spannend zomaar gevaarlijk kan worden.

In de Golden Circle bij The Eagles
Muzikale tussenstops


De tussenstop in de Eifel was sowieso geen briljante keuze omdat we eigenlijk onderweg waren naar Hasselt, een heel andere kant op. Maar goed. Soms gaat dat zo. Wat hebben wij te zoeken in Hasselt zul je je misschien afvragen. Onze Duitse vrienden zijn fan van Danny Vera en de enige kaartjes die ze nog te pakken kregen waren voor een concert in dit oude stadje. Of all places. Overigens was het concert van deze  singer-songwriter een aangename verrassing. Wat een energie heeft die gast. Hij weet binnen de kortste keren een feestje te bouwen en het dak gaat er al gauw af. Zijn muziek blijft nog lang als ‘oorworm’ plakken

En dan is er ook nog een muzikale tussenstop in Arnhem. Ed heeft afgesproken met Marc (vriend en oud collega) naar het concert van the Eagles te gaan. Lieke en ik gaan de stad in. Mooie film en op (zowaar) een zwoele avond, daarna nog lekker bijkletsen op het terras. Razend enthousiast zijn de mannen bij terugkomst.  Niet in de laatste plaats omdat de kaartjes in de ‘golden circle’, vlak voor het podium, super-plekken bleken te zijn.
Mocht je je intussen afvragen wat de logische route was tussen al deze afspraken (er waren er nog een paar), daarover kan ik kort zijn.  Die was er niet. We hebben eerst gezocht naar een kleine en fijne kampeerplek en daar de route op aangepast. Zo kwamen we op landgoed Quanoort bij Renkum terecht omdat we in Arnhem moesten zijn. Een prachtige plek in het bos, aan een margrietenveld, waar je zelf maar moet uitzoeken waar je wilt staan.  Geen bordjes, geen nummers. Alleen de boswachter die ‘s avonds nog even langs loopt.  Precies wat we graag zien. Nadat we bij het ontbijt ondergescheten worden door een Ransuil (wel bijzonder zo’n grote vogel) wordt het tijd om op te breken.

Twee passies op een plek. Kamperen op een klein vliegveldje, ergens in Duitsland
Rondje Zuid Duitsland


We zakken af naar het zuid-oosten vanwege een afspraak bij Tom (in de buurt van Würzburg), de bouwer van onze Harry.  Hij komt begin volgend jaar zelf naar Windhoek en zal dan onze tent vervangen. Alhoewel Ed technisch ruim zijn mannetje staat, is dit te specialistisch werk om zelf te doen. Het muggengaas is gaar. Waarschijnlijk weggebrand door het vele zonlicht. Als ik zie hoe onze kleding te lijden heeft van het zonnetje is ook niet heel raar dat na meer dan 1001 nachten het gaas aan de beurt is. We nemen gelijk een reserve-slotplaat en wat ander klein spul mee. Dat zijn zaken die in Namibië niet gemakkelijk of helemaal niet te krijgen zijn.  
De afspraak bij Tom combineert mooi met de uitnodiging die we krijgen van Angi en Thomas. Zij wonen in een oude en smaakvol gerestaureerde boerderij, zo’n 100 kilometer verderop.  We trokken meer dan een week met elkaar op in Kgalagadi in januari en  door hun familie als vermist opgegeven werden (een verhaal uit de vorige blog). We hebben elkaar daarna niet echt meer gesproken. De draad is snel opgepakt met over en weer veel verhalen. In de omgeving waar ze wonen telen mensen nog hun eigen groente, wordt er wild geschoten voor eigen gebruik en is de ham die in de droogkast hangt afkomstig van een varken dat achter de boerderij heeft gescharreld. We gaan bepakt en bezakt later in het weekend richting Oostenrijk. Maar niet voordat we ook een uitgebreid kijkje hebben mogen nemen in hun bedrijf (Desert-Tec) waar ze bezig zijn met een nieuw ontwerp voor een Landcruiser conversie.  Een Harry 3.0, zeg maar.
Alweer zo’n memorabel weekend. Terugkijkend op de afgelopen paar weken, voelt het rijk om op te kunnen trekken met zo’n bijzondere en gemêleerde vriendengroep.

Niet altijd mooi weer
Geen Otztal maar wel Zuid Tirol


Het wordt wel weer eens tijd om samen op stap te zijn, zonder afspraken. We hebben in ons hoofd in het Otztal in Oostenrijk voorzichtig te beginnen met wandelen. In Solden en omgeving hebben we niet alleen vaak geskied (meestal met een heel gezellig, maar o-zo lawaaiig gezelschap) maar ook vaak huttentochten gelopen. Met een zware rugzak, touwen, stijgijzers en helm over de gletsjers en langs de verschillende hutten die, hoog in de Dolomieten, op de Italiaans- Oostenrijkse grens liggen. Dat is weer een ander verhaal. Dit keer is dat niet de bedoeling. Ergens naar de koffie met apfelstrudel lopen in een almhut, zou na lange tijd al een mooi begin zijn.  
Maar waar is dat knusse pensionnetje aan de beek gebleven, waar we met de eigenaar en tevens lawine-burgemeester, onze routes door de bergen uitstippelden? En dat wat suffige, te warme restaurant waar ze zo lekker konden koken en de allerlekkerste ‘Nuss-Bechers’ (vanille-ijs, slagroom,koffielikeur en noten) op de kaart hadden staan? In plaats daarvan vinden we veel bars, disco’s en appartementenkazernes. En drukte. Bizar veel auto's en motoren. Daar worden we allebei niet gelukkig van. Echt makkelijk een kampeerplekje vinden is er ook niet bij hier. De plekjes bij de boer, zoals we die in Duitsland kennen, kunnen we niet vinden en de campings die we wel vinden,  zijn groot en vol. Het is vroeg genoeg om de bochtige Timmelsjoch-pas op te rijden en ons heil te zoeken aan de andere kant, in tweetalig Zuid-Tirol. Na de eerste wereldoorlog is deze provincie aan Italië toegewezen. Verwarrend is het wel. De espresso’s heten hier ‘caffé ’ zoals in Italië en op de balkons hangt geen was maar wel houten bakken met geraniums, zoals in Oostenrijk. Het is er vooral lekker rustig met zicht op de ruige hellingen van de Dolomieten en de  levendige stad Merano op een half uurtje afstand. Op ons eerste tochtje de bergen in, raken we gelijk de langzaam stijgende route kwijt, die we voor ogen hebben. Dat komt ervan als je zonder fatsoenlijke kaart gaat lopen. Een steil pad door het bos brengt ons na een paar uur lopen op een uitgestrekte, kleurige alpenweide. Wilde paarse primula’s,  blauwe gentianen en roze koekoeksbloemen.  Het is een bont spektakel tussen de grijze rotswanden. Niet echt een rustige inloop-wandeling maar wel heel erg mooi.

Pfff. eerst de diepte nog in
Uitsmijter rond de Tres Cimes


We hebben weer vertrouwen in de benen gekregen en pakken na wat meer tochtjes, overmoedig een paar dagen later door, met een ronde om de ‘Tres Cimes’. Drie spectaculaire, ruige pieken die in het hart van de Dolomieten liggen. Een gewild foto-object.  En een populaire bestemming voor wandelaars. De route die we kiezen is ongeveer 10 kilometer lang en loopt afwisselend over een breed, licht stijgend pad en een smal steiler, stenig pad dat een paar honderd hoogtemeters omlaag en daarna weer omhoog gaat. Geen vergelijk met de grote tochten die we ooit in Nepal liepen maar de voldoening is er niet minder om. De ingrediënten van deze prachtige dag zijn simpel. Een lekkere caffé in het zonnetje tegen de dikke muren van een van de hutten, in de rugzak een verse ‘pusterer breatel’, een plat bruin, kruidig desembroodje, met roomboter en jonge bergkaas en zicht op de kruinen van de drie pieken af en toe aan het zicht onttrokken door kolkende wolken.

Caffe bij de hut
Afrika is nooit ver weg


Intussen vliegt de tijd voorbij. We krijgen een belletje van onze garage in Namibië dat onze Harry weer pico bello in de opslag staat te wachten, Nicole bij Elisenheim stemt nog even de laatste details af voor de nieuw bestelde kussens en Christina appt of we een carnet voor iemand mee willen nemen. En we krijgen bericht dat onze auto geaccepteerd wordt bij een Namibische verzekeraar. Dat was met ons Nederlandse kenteken in Afrika tot nu toe een probleem. Niet onoverkomelijk maar wel fijn dat er een betaalbare oplossing is.  
De stapel spullen die mee moet naar Afrika groeit intussen ook weer langzaam maar gestaag. Daar komen de spullen van Tom bij, aangevuld met allerlei vernuftige zaken die we van Angi en Thomas meekregen. Nog  maar een paar weken en we gaan weer onderweg naar Windhoek. Soms vragen we ons af hoe we bij al die drukkigheid ooit gewerkt hebben.

Senioren Selfie Tres Cimes

Route

Dit keer geen route

No items found.
Story tags:

More Stories from Archive