Olifanten, leeuwen en een groen ei in Namibië

Lees het verhaal
Karin Saakstra
Lees het verhaal
Etosha

We zien dat hij voor de derde keer de kans op een fatsoenlijke maaltijd verknalt. Zijn moeder, zussen en tantes zijn al de hele ochtend druk in de weer om een zebra te pakken te krijgen zodat de troep weer wat kan eten maar op deze manier wil het niet lukken. Als hij zo doorgaat kan hij binnenkort zijn biezen pakken want de dames lijken het een beetje zat te zijn met hem.

Leeuwen in Etosha

We zijn in Etosha op een leeuwenfamilie gestuit die we al een paar dagen volgen. De groep heeft een strategische plek vlakbij een drinkplaats uitgezocht, met goed  zicht op alle dieren die van ver komen om te drinken. De twee grote, volwassen, mannen hebben geen interesse in voedsel. Hun aandacht gaat uit naar een flirtende dame, die klaar is om aan de volgende leeuwen-generatie te werken. De jacht op wat eetbaars komt voor rekening van de andere vrouwtjes.  En het jonge mannetje.  Hij is al heel mans, getuige zijn gespierde lijf en beginnende manen, maar helaas heeft hij zijn rol in het leven nog niet begrepen. In plaats van wijdbeens onder de boom te blijven slapen, bedenkt hij op de meest ongelukkige momenten dat het tijd is om naar zijn zussen te roepen omdat hij wil spelen. Een gnoe lijkt ten dode opgeschreven als hij klem loopt tussen twee leeuwinnen maar komt met de schrik vrij door het geroep van de leeuwenpuber. En we zien de kuddes zebra’s, giraffen, springbokken en andere hoefdieren paniekerig de vlakte oprennen als de jonge leeuw zich opeens vertoont.  Hij rekt zich opzichtig uit na zijn middagslaapje. Alleen een neushoorn blijft onverstoorbaar grazen.  

Leeuwen-liefde

Een deel van de groep houdt het voor gezien en vertrekt. Ze lijken een beetje te zuchten over zoveel onbenul. Het is een bewolkte dag dus de roofdieren maken geen haast om, diep in de struiken, naar een beetje schaduw te zoeken. Ze luieren, goed zichtbaar voor ons, in het gras terwijl Ed naar achteren klimt om koffie te zetten. Andere dieren lopen intussen schoorvoetend weer naar het water dat kennelijk lekkerder smaakt dan de plassen die zich op veiligere plekken hebben gevormd.  Tussen de hordes loopt ook een groep zebra’s die geen weet lijkt te hebben van de nog altijd aanwezige koninklijke  bewaking . Ze poedelen onbekommerd in het water als één van de achtergebleven leeuwinnen opeens, vanachter een bosje, tevoorschijn sprint. In de chaos verliest een kleine zebra zijn moeder uit het oog en in plaats van het op een lopen te zetten, blijft het kleintje wachten op hulp. De aarzeling duurt net te lang en we zien dat het oog van de leeuwin op het hulpeloze jonge dier valt. In een mum van tijd is het voorbij en wat overblijft zijn een gestreste zebramoeder en twee leeuwinnen die zich met bloed besmeurde koppen tegoed doen aan een te kleine prooi.  De jonge leeuw lijkt intussen niet in de gaten te hebben wat er gaande is. Voor het eerst zien we hem alleen maar mooi liggen wezen. Verderop onder een boom.

Messum Crater en het groene ei

We trekken alweer vier maanden door Afrika waarvan twee in Namibië  (ja, het klopt, we lopen hopeloos achter met de blog). Ons plan is om, na het zuiden en midden van het land, nu naar het noorden te trekken. De verlatenheid van Kaokoveld in het noord-westen lokt nog en we zijn nieuwsgierig of we in Etosha dit keer wat meer dieren zien. We spreken in Palmwag af met Patrick, waar we al een paar keer eerder mee optrokken om een paar dagen samen te kamperen voordat hij terug naar Zwitserland gaat. We hopen nog steeds dat we in het omringende gebied eindelijk eens de fameuze woestijn-olifanten te vinden. Ze verleiden zowel ons als Patrick bijna dagelijks met hun verse drollen en voetstappen, maar ze laten zich niet zien.

Onze route voert ons naar de Messum Crater. Weer zo’n mysterieus en verlaten  gebied zoals we al vaker onderweg tegengekomen zijn. Maar dan net even anders. De aanwijzingen op de kaart zijn verwarrend want de krater lijkt op plaatsen te liggen waar wij ‘m niet zien. Toch vreemd, omdat de doorsnee van de oude vulkaan ongeveer 25 kilometer zou moeten zijn. Niet een omvang die je gemakkelijk over het hoofd ziet, zou je denken. Pas als we ergens een hoger punt vinden met zicht op de wijde omtrek snappen we wat het gebied zo bijzonder maakt. De vulkaan is 130 miljoen jaar geleden geïmplodeerd en de rafelige randen zijn niet meer zo prominent aanwezig. Het hoge uitzichtpunt waar we staan en dat de omgeving domineert, blijkt een restant te zijn van de oorspronkelijke koon.  Hier willen we kamperen. En we weten nu al dat we hier vaker naar toe willen. De kleuren, de leegte en de stilte laten zich met weinig eerdere plekken vergelijken. Ze benadrukken alleen nog een keer hoe prachtig onze planeet is en hoe onbeduidend wij zijn in dit grote, natuurlijke geheel.

Niet alleen wij houden onze adem in bij het zien van zoveel moois. Weken later, als wij langzaamaan richting Windhoek gaan, spreken we in de krater af met Ebe en Nancy die we via social media leerden kennen onder ‘SoulKitchenSafari’. Nancy zoekt contact met praktische vragen over onze reizen voordat zij hun eigen auto ophalen in Kaapstad. Ze belooft voor ons te koken op hun ‘green egg’ als we elkaar ergens in Namibië tegenkomen. Huh? Een ‘green egg’? Dat is wel een bijzonder verhaal. Gewicht is namelijk onder de ‘self drivers’ altijd een discussiepunt. Hoe lichter, hoe beter. Wij zijn zelf met onze Harry niet echt ‘lichte’ reizigers maar een groen ei van 30 kilo in de auto, vinden zelfs wij wat ver gaan. Het toeval wil dat er sinds vorig jaar zo’n groene kamado in onze tuin staat die we veelvuldig gebruiken. Zo vaak, dat Ed al geplaagd wordt of hij zijn ei niet mee wil nemen in een aanhangwagen.

Onze kampeerplek in Messum Crate

Als we de beloofde maaltijd al bijna vergeten zijn,  kruizen onze wegen in de buurt van Swakopmund en we spreken wat af. Nancy en Ebe blijken begenadigde koks te zijn en hebben plannen om met hun passie en talent voor koken, iets te doen in Afrika. Niet zo raar dat hun wagen gevuld is met een opmerkelijke en uitgebreide collectie keukengerei. De bijzondere lokatie die we in de Messum-krater gevonden hebben doet recht aan de fantastische maaltijd die ze voor ons koken. Ebe leeft zich uit op het groene ei dat al snel staat te roken en Nancy pakt uit met een heus eigentijds Delfts blauw servies dat de fleurig gedekte kampeertafel siert. We eten vers gebakken brood, Surf&Turf Pasta aioli (met garnalen en entrecote), verse salade met eetbare bloemen (er staat een heuse kweekbak in hun auto), gevulde dadels met chocolade als toetje en bananenpannekoek voor het ontbijt. Wat een smakelijke afwisseling na onze gebraden kipjes met een groente pakketje op een kunststof bord en wat een onvergetelijke gezellige avond onder de sterren!  Dankjulliewel, lieve Nancy en Ebe!

Eindelijk olifanten

Maar voordat we weet hebben van het verrassende feestmaal, ligt er nog een lange weg voor ons. We kiezen de weg naar Palmwag die via de Skeleton Coast loopt.  De kuststrook heeft zijn naam te danken aan de talloze scheepswrakken die nog geheel of gedeeltelijk op het strand te zien zijn. Bij één van de restanten treffen we zeehonden die onbekommerd op het strand liggen te zonnen. Als we goed kijken zien we er tientallen langs de waterlijn liggen die zich ook nog eens redelijk dicht laten naderen.  Voor iemand zoals ikzelf die graag langs het strand jut op zoek naar allerlei schatten is de Namibische kust een waar paradijs. Kwarts-knikkers, rond gerold door water en wind, uitgebeten zeehonden-skeletten, schelpen en walviswervels die zo groot zijn als een luxe leunstoel.  Jammer dat de meeste vondsten zo stinken waardoor ze de weg naar Harry helaas niet vinden.

Jammer ook dat we in deze tijd niet in dit woeste National Reserve mogen kamperen. Dat is alleen toegestaan in December en Januari (geen idee waarom alleen dan). De ene na de andere kampeerplek met uitzicht over de eindeloze gekleurde zandduinen en over de Atlantische Oceaan dient zich namelijk aan. We vinden in plaats daarvan wel weer een spannende plek iets buiten het beschermde gebied. Naast één van de droge rivierbeddingen die het leefgebied zijn van leeuwen, neushoorns en olifanten. Sporen zijn er genoeg. Zelfs hele verse. In de nacht kunnen we ruiken dat er dieren door de, naar rotte eieren stinkende, modderpoelen lopen. Maar we zien ze niet.

Totdat we, in gezelschap van Patrick, belanden bij Warmquelle, zo genoemd vanwege de natuurlijke bron die hier zorgt voor verkoelend en schoon water. De jonge beheerder zorgt voor vers brood en wijst ons de kortste weg naar Etosha die ‘many hours’ rijden zou schelen. Natuurlijk hadden we beter kunnen weten. De weg, minstens zo lang maar wel erg rustig en nauwelijks gebruikt, leidt ons door een schilderachtige kloof en een ruige rivierbedding. Opeens zien we in de struiken een grote groep olifanten die nerveus toeteren als we langs rijden. Wie het meest schrikt blijft onbeslist. Om ze niet op te jagen rijden we door, keren om en zien een groep van 40 moeders en baby’s de weg oversteken. Het gaat snel en voordat we het weten is de groep alweer onzichtbaar verdwenen tussen het niet eens zo heel erg dichte struikgewas.

Eindelijk woestijn-olifanten

Het zijn niet de laatste woestijnolifanten die we zien. Later treffen we een groep onderweg naar Messum Crater en ontmoeten we een opdringerig exemplaar op onze kampeerplek in Puros. Dat is natuurlijk weer een verhaal apart  Als we op onze kampeerplek aankomen waarschuwt Chips, de eigenaar van het terrein, ons voor de olifant die in zijn eentje in de buurt ronddwaalt.  Hij is nogal territoriaal en voor onze veiligheid is het beter dat we in de auto zitten als hij langs komt. We nemen het verhaal niet erg serieus en rommelen wat rondom de wagen. Al na 10 minuten komt Chips ons waarschuwen. De olifant is echt onderweg en we zien hem inderdaad met rasse schreden naderen. Chips en zijn collega hebben zich inmiddels verschanst in de douche (met rieten schermen omheind en het kettinkje netjes voor de ingang wat ik al heel grappig vind). Ed schiet aan de bestuurderskant de auto in.  Mijn kant is onbereikbaar, want daar staat de reus inmiddels vlakbij, dus ik haast me aan de achterkant het trapje op en wil de klep dicht trekken.  Jammer dan, Harry staat nog niet helemaal lekker waardoor het trapje boven de drempel uitkomt en de deur net niet dicht kan. Daar hang ik dan. Zwetend bij veertig graden, uit alle macht aan de onwillige deur trekkend, met één voet op het trapje om me af te zetten, zie ik de olifant in mijn ooghoek verschijnen terwijl Ed leuk foto’s maakt op de voorstoel.  Ik wil de deur niet laten schieten omdat ik bang ben dat onze nieuwe vriend dan schrikt of op inspectie komt. Hij heeft inmiddels een afvoerpijp te pakken die hij in een mum van tijd kapot rukt. Waarom? Geen idee. Waarschijnlijk wil hij even zijn punt maken.  Dat is gelukt en hij rommelt nog wat in de struiken naast ons. Ik kijk opgelucht naar zijn riante billen als hij na een paar minuten doorloopt. Het is een situatie die goed is voor de slappe lach.  Ik zie op deze prachtige plek twee hoofden nieuwsgierig uit de douche steken (kettinkje hangt nog) en hoor Ed enthousiast over zijn foto’s roepen terwijl ikzelf, verhit, de deur uit mijn handen laat schieten.

Etosha

Rondom de grote zoutpan weten 2500 andere grijze reuzen zich goed verstopt te houden. We hebben geluk en treffen nog een paar grote stieren. Vanwege het gebrek aan bepaalde mineralen hier, zijn hun slagtanden minder lang dan die van soortgenoten elders. Hun aanwezigheid is er niet minder intimiderend om. Het is niet voor te stellen dat Namibie tussen 1983 en 1985 besluit om honderden olifanten af te slachten en op die manier de ongewenst grote instroom (als gevolg van de jacht en stroperij buiten het park) aan banden te leggen. We kamperen op Olifantrus waar de grote staalconstructies nog herinneren aan de bloederige olifantenslagerij van destijds.

Hoelang we in het park blijven, laten we afhangen van de hoeveelheid dieren die we zien. In Januari was het goed zoeken om beesten te vinden. Vanwege de nattigheid, dachten we. Het is nu minstens zo nat en ook de onweerswolken zijn misschien nog wel indringender aanwezig dan bij ons eerdere bezoek. Toch zien we dit keer honderden en honderden zwart-wit gestreepte zebra’s, grote groepen elegante giraffen en andere hoefdieren. We ontdekken regelmatig zwarte neushoorns, gevlekte hyena’s en bat-ear foxes met hun karakteristieke zwarte ‘batman-masker’. Zelfs de razendsnelle en goed gecamoufleerde cheetah’s laten zich een paar keer zien. In het laatste avondlicht maken twee broers kansloos jacht op een geïrriteerde gemsbok. Hij gebruikt zijn lange puntige hoorns vaardig en agressief om zijn harem veilig te houden. Cheetahs zijn weliswaar de snelste dieren op land maar ze hebben meer dan snelheid alleen nodig om zo’n groot en prikkelbaar dier de baas te worden.  

Cheetah in Etosha, het perfekte plaatje

Maar de grote verrassing voor ons is de schuwe bruine hyena met zijn puntige oren en lange haren. Wij genieten bij een beker thee, van het zicht op de silhouetten van een lange rij struisvogels in de verte, als hij aan komt slenteren. Het is een nachtdier dus wij vinden het echt bijzonder dat hij in het ochtendlicht, door de duintjes langs de zoutpan, op weg gaat naar een oud zebra-karkas. Geschrokken van een startende auto verderop maakt hij zich helaas alweer snel uit de voeten.

Opeens haast

We trekken langs de vier kampeerplekken die het park rijk is en blijven zolang we het naar ons zin hebben. De bezoekersaantallen zijn laag en de kleine winkels in het park worden slecht bevoorraad. De schappen worden alleen gevuld met wat cola, oude chips en soms bier, dus we rijden na 2 weken naar Tsumeb (zo’n 100 km buiten het park) voor boodschappen, een internetkaartje en de was. We zijn inmiddels gewend aan temperaturen van rond de dertig graden en de dagen buiten, op zoek naar weer wat bijzonders, rijgen zich met groot gemak aan elkaar. We houden van het gezelschap van vooral Zuid-Afrikanen of Namibiërs waarmee we onze passie voor de dieren delen. De hekken rondom de kampeerplaatsen en verwaarloosde sanitaire voorzieningen storen ons niet. Maar als het wat drukker in het park wordt vanwege de Paasvakantie (die ons volledig ontgaan is) lijkt het na zoveel indrukken net of mijn interne harde schijf vol raakt. De nabijheid van de wilde  dieren wordt langzaamaan gewoon en dat is het signaal om weer verder te trekken. We hebben opeens allebei behoefte aan kamperen zonder hekken en de leegte van Kaokoveld. We krijgen zomaar een beetje haast.  Na 5 maanden onderweg, voelt het alsof de laatste vier weken die voor ons liggen niet zoveel meer voorstellen. Het moment nadert met rasse schreden dat we Harry, fris gewassen en opgeruimd opslaan bij Elisenheim en ons stap-voor-stap door de PCR-testen en gezondheidsverklaringen moeten worstelen. Gelukkig vertraagt de tijd op de lege wegen in het noord-westen van Namibie. Er wonen, vanwege de aanhoudende droogte hier, nog nauwelijks mensen.  Wel worden we gezelschap gehouden door twee vrolijke jonge honden die ik (zoals gewoonlijk) water en eten geef.  Ze vinden ons zo leuk, dat ze een tijd met ons mee blijven hollen als we verder gaan. Die gaan zo terug, denken wij. Dat doen ze altijd. Maar 26 kilometer later komen ze weer blijmoedig tevoorschijn. We hopen dat ze zich tegoed kunnen doen aan een van de vele runder-karkassen die we bij tientallen zien liggen. Slachtoffers van de droogte . Hoe aandoenlijk de honden ook zijn, meenemen kunnen we ze niet.

Pas in de weken na thuiskomst realiseren we ons beetje bij beetje hoe ongewoon onze reis vanuit Kampala geweest is. Reizen in Corona-tijd gaf ons de onmogelijke gelegenheid om een stap terug in de tijd te doen. Naar een periode waarin reizen nog geen gemeengoed was.  Zo kort geleden en tegelijkertijd allang voorbij. En wie ons kent weet vast dat er alweer een nieuw plan broeit. Omdat we nou eenmaal graag onderweg zijn.

Wordt vervolgd in September.

Route

Swakopmund (Alte Brucke), Messum Crater (Wildcamp), Torra Conservancy (Wildcamp), Palmwag (Palmwag Lodge), Warmquelle (Ongongo Waterfall Camp), Etosha (Olifantrus, Okaukuejo, Halali, Namutoni, Onkoshi), Tsumeb (Kupferquelle), Ruacan (Omunjandi Camp), Opuwo (Opuwo Country Lodge), Otmenje (Marble community camp), Marienfluss (Camp Synchro), Puros (Omenje Camp), Palmwag (Palmwag Country Lodge), Uis (Cactus & Coffee campsite), Messum Crater (Wildcamp), Swkopmund (Alte Brucke), Gamsberg pass (Hakos Astro Farm Camp), Windhoek (Urban Camp), Windhoek (Elisenheim Guest Farm)
No items found.
Story tags:

More Stories from Archive